Er was eens een prinsesje
Onschuldig, lief, een kind
Ze had twee blauwe ogen, zo mooi
En ze was blind
Er kwam een prins uit het Westen
Zij was toen zeventien
Hij toonde haar zijn toverstaf
En zij kon zien
Ga maar slapen kleine
Je wereld is nog klein
Je mag nog even dat prinsesje
Lief en onschuldig zijn
Soms, als ik je moet troosten
In je redeloos verdriet
Heb ik het gevoel van binnen
Dat je al ziet
Ze kon haar ogen niet geloven
Toen zij voor het eerst de wereld zag
Ze vroeg de prins: "Was het altijd zo"
Hij zei: "Sinds jaar en dag"
Ze zei: "Ik zie geen liefde
Alleen verdriet en pijn
Jij moet dus kiezen tussen
Zien of een blind prinsesje zijn"
Ga maar slapen kleine
Je wereld is nog klein
Je hoeft nog niet te kijken
Naar het verdriet, de pijn
Ik kan je nu nog troosten
Ik zie wat jij niet ziet
Ga maar lekker slapen
Je hoeft nog niet