De koffe pruttelt op het theelichtje
En ze bladert in haar plaatjesboek
Ze is niet alleen, de oude vrouw
Meneer Parkinson is op bezoek
Ze kan nog lezen in haar boek
Omdat haar handen net zo trillen als haar hoofd
Ze heeft geen pijn, het oude mens
Meneer Reuma is tijdelijk verdoofd
Op het buffet leunt een vergeeld portret
Tegen een oude kaarsenstandaard aan
Het is de foto van haar man
Die met een vrouw die Kanker heet is meegegaan
Ze sluit het boek, ze heeft het uit
En ze laat de handen rusten in de schoot
Ze verwacht bezoek, die oude vrouw
Laat haar niet wachten, meneer de Dood