Aan de rand van de zee
Komen golven voorbij
De dag loopt ten eind
Vissers kijken naar mij
Ik naar hun kapitein
En z'n vrouw die hem kust
Voordat ie moet gaan
Naar z'n leven en lust
Want als hij de zee opgaat
Vergeet ie heel de wereld om zich heen
Omdat z'n hart verpand is aan de horizon
Door weer en wind stuurt hij het schip vooruit
Waar hij zijn dagen slijt
En met tevreden blik staat hij in de kajuit
(Elke dag en elke nacht is daar z'n vrouw die op hem wacht)
Jaren lang achtereen
Dag in en dag uit
Zo ver weg van thuis
Weer op zoek naar de buit
Al is daar het gemis
Van z'n zorgzame vrouw
De mannen aan boord
Blijft ie toch altijd trouw
Want als hij de zee opgaat
Vergeet ie heel de wereld om zich heen
Omdat z'n hart verpand is aan de horizon
Door weer en wind stuurt hij het schip vooruit
Waar hij zijn dagen slijt
En met tevreden blik staat hij in de kajuit
(Elke dag en elke nacht is daar z'n vrouw die op hem wacht)
Want als hij de zee opgaat
Vergeet ie heel de wereld om zich heen
Omdat z'n hart verpand is aan de horizon
Door weer en wind stuurt hij het schip vooruit
Waar hij zijn dagen slijt
En met tevreden blik staat hij in de kajuit