Wij gaan dus niet meer dwalen
zo laat nog in de nacht
ook al blijft het hart herhalen
"ik bemin" de maan schijnt zacht
Want het zwaar verslijt de schede
de ziel vermoeit de borst
en de liefde verlangt vrede
het hart vergaat van dorst
Al blijft slechts 's nachts de liefde malen
en breekt de dag te vlug weer aan
toch gaan wij niet meer dwalen
bij het schijnsel van de maandag