refr.:
Zij heeft iets, zij heeft iets
(Wat heeft ze dan wel?)
Een vouwfiets, een vouwfiets
(Zeker een vouwfiets met een bel?)
En als ik eens met haar ga trouwen
Mag ik van haar d'r fiets opvouwen
't Zal me een eer zijn dat te doen
Vouw 'm op, pak 'm in en krijg een zoen
Ik was op slag verliefd op haar
Geweldig, wat een vrouw
Ze heeft iets wat ik altijd al zo dolgraag hebben wou
Ik mag er wel 's op en af-en-toe een rondje doen
Maar ik wil niet overdrijven, ik heb gelukkig nog fatsoen
refr.
Vanmiddag belde zij naar mij
Nee, niet per telefoon
Ze kwam hier op de fiets voorbij
En belde heel gewoon
Ik keek 's uit 't raam en dacht: 'Verdraaid, dat is niet mis
Dat moet wel heel gek lopen als 'r niets te fietsen is'
En als ik eens met haar ga trouwen
Mag ik van haar d'r fiets opvouwen
't Zal me een eer zijn dat te doen
Vouw 'm op, pak 'm in en krijg een zoen
Vouw 'm op, pak 'm in en krijg een zoen